HomeNieuwsDocent Engels Erik Teeuw
single.php
template-parts/single-content.php

Docent Engels Erik Teeuw

In een wereld waarin alles steeds sneller, beter of in elk geval anders moet, zijn er nog steeds bakens van continuïteit. Neem nou onze docent Engels Erik Teeuw. Vandaag is ie op de kop af veertig jaar, twee weken en drie dagen verbonden aan het Jordan. Zo’n jubileum maak je maar zelden mee. En toch, zo bezweert Erik ons, gaat hij nog elke dag met plezier naar school. Wat is zijn geheim? Erik: “Ik heb het hier gewoon heel erg naar mijn zin! Toen ik hier in 1977 binnen kwam, wist ik eerlijk gezegd niets over montessorionderwijs en heb ik me door het sollicitatiegesprek heengebluft. Maar het klimaat dat ik aantrof, beviel me meteen. De school was toen wel een stuk vrijgevochtener en chaotischer dan nu, maar het open contact tussen leerling en leraar is altijd gebleven. Er is persoonlijke betrokkenheid. Toen mijn vrouw laatst bij-voorbeeld ziek werd, informeerden leerlingen naar haar. Dat is prettig. Ook dat maakt lesgeven zo’n mooi beroep en het zorgt ervoor dat ik werkelijk nooit met chagrijn naar mijn werk ga. Ik besef dat dat echt rijkdom is!

Daarnaast heb je als leraar op het Jordan nog steeds ruimte om te improviseren. Natuurlijk is de school in die vier decennia veel beregelder geworden, maar nog steeds kan ik mijn programma omgooien als ik een leuk lesidee heb. Ik improviseer graag! En ik kan ook nog steeds maatwerk leveren waar ik dat nodig vind. Als een leerling bijvoorbeeld moeite heeft met boekverslagen, kan ik afspreken om eens een boekverslag mondeling te doen.”

Klinkt goed, Erik. Maar als orgaan met serieuze persambities willen we natuurlijk ook graag een kritische noot horen. “Nou,” zegt Erik desgevraagd, “wat ik weleens betreur is de zesjesmentaliteit die je in Nederland aan-treft. In de VS en Engeland is uitblinken, het beste uit jezelf halen veel vanzelfsprekender. Maar eerlijk gezegd geloof ik niet dat de Jordanleerlingen van veertig jaar geleden met meer inzet voor de ‘g’ gingen dan ze nu doen. Sterker nog: misschien neemt de zesjesmentaliteit wel wat af. In elk geval zou ik wensen dat het normaal wordt dat leerlingen vaak topprestaties willen leveren en elkaar daar ook vrijuit voor kunnen bewonderen.”