single-jmlu_yearlayer_page.php
template-parts/single-content.php

Eigen tempo

Op het Jordan kun je deels zelf bepalen welk schoolwerk je wanneer doet. Dat heet in Jordantaal ‘eigen tempo’. Maar hoe houd je overzicht als leerlingen niet steeds hetzelfde doen? Daar hebben we het pensumboekje voor.

Ieder pensum krijg je voor elk vak een studiewijzer. Daarop staat wat je dat pensum aan werk doet. Leerlingen kunnen vaak zelf kiezen welke opdrachten ze op welk moment maken. Maar aan het eind van het pensum moet alles af zijn, want dan is de peildatum. Op de peildatum wordt gemeten hoe ver elke leerling is met schoolwerk. Jordandocenten geven niet met zoveel woorden huiswerk op. Maar Jordanleerlingen werken thuis wel regelmatig voor school.

Eigen tempo is om twee redenen van groot belang voor het Jordan. Ten eerste vinden we het heel belangrijk dat leerlingen hun werk goed leren plannen. Later heb je daar veel profijt van. Ten tweede leer je zo om zelf verantwoordelijkheid te dragen voor je schoolwerk. Dat is goed voor de motivatie.

Pensumboekje

Het hart van het Jordanonderwijs is het pensumboekje. Als alle leerlingen in hun eigen tempo werken, moet je wel bijhouden waar elke leerling is. Daarvoor dient het pensumboekje. In het pensumboekje staat voor elk vak welke onderdelen dat pensum gedaan moeten worden. Heb je een onderdeel gedaan, dan tekent je docent dat af.

Elke leerling heeft een papieren pensumboekje. In theorie kan je zo op elk moment zien hoe ver een leerling is. De praktijk is weerbarstiger. Toch is het belangrijk je pensumboekje goed te laten bijwerken. Alleen met een actueel pensumboekje hebben ouders, mentoren en leerlingen goed overzicht van hoe de zaken ervoor staan.

Naast het papieren pensumboekje is er ook een digitaal pensumboekje in Magister. Dit digitale pensumboekje wordt alleen op gezette momenten bijgewerkt (halverwege het pensum en aan het eind). Bij verschil tussen het digitale en het papieren pensumboekje, is het papieren pensumboekje leidend.

Lees meer in de Magister handleiding (onder portals/Magister) over het digitale pensumboekje.

Magister

Zoals veel andere scholen gebruikt het Jordan het programma Magister. Wat kun je daarmee?

Magister voor leerlingen

Leerlingen zien in Magister onder andere: hun rooster, hun lesmateriaal (studiewijzers en opdrachten), absentie (welke les was je afwezig?) en de digitale versie van hun pensumboekje. Verder biedt Magister links naar verschillende digitale onderwijsmethodes. Tot slot kun je via Magister berichten versturen naar medeleerlingen of medewerkers. Magister is ook als app te downloaden op je smartphone (zie handleiding Magister onder portals).

Magister voor ouders

Ouders kunnen in Magister precies hetzelfde zien als hun kind. Via het digitale pensumboekje kunnen ze -met enige vertraging- de vorderingen van hun kind volgen. En ze kunnen bijvoorbeeld ook zien hoe vaak hun kind afwezig was. Daarnaast wordt Magister gebruikt voor de inschrijving van het ouderspreekuur. Ouders kunnen zo nodig zelf een nieuw telefoonnummer of e-mailadres in Magister invoeren. Nu we het daar over hebben: het is verstandig om uw e-mail en telefoonnummer in Magister even te checken. In noodgevallen wilt u immers telefonisch bereikbaar zijn.  En een verkeerd e-mailadres kan er ook toe leiden dat u belangrijke informatie mist. In de praktijk is Magister niet altijd even intuïtief. Onder portals vindt u daarom een uitgebreide Jordan Magister handleiding.

Wachtwoord vergeten?

Magisterwachtwoord kwijt? Kijk even in de Magister handleiding onder portals wat te doen. Problemen met Magister? Meld ze aan: magister@jordanmlu.nl

Aftekenen & proeven

Hoe gaat aftekenen in zijn werk en hoe zit het met het herkansen van proeven?

Aftekenen

Heb je  je werk nagekeken, dan kun je het laten aftekenen. Soms lukt het niet om aan de beurt te komen met aftekenen. Spreek dan meteen af wanneer je docent wel kan aftekenen. Vaak is er in een tweede keuze wel ruimte om af te tekenen. Heb je vaker moeite met aftekenen? Bespreek dat dan met je mentor. Hij of zij kan je helpen.

Nou we ‘t daar toch over hebben: wat is eigenlijk het nut van aftekenen? Aan je werk kan je docent zien wat je goed hebt begrepen en wat minder. Op die manier kan hij je beter helpen.

Proeven

Van de meeste proeven in 3v kun je zelf bepalen wanneer je ze doet. Heeft je docent de proef nagekeken, dan verbeter je zo nodig de fouten en kun je de proef laten aftekenen. Als de proef niet voldoende was, moet je hem overdoen. In dat geval middelt de docent meestal het resultaat van de proeven (was de eerste proef ‘zwak’  en de tweede ‘ruim’,  dan krijg je waarschijnlijk een ‘voldoende’).

Vaak is het mogelijk om een proef bij een andere docent te doen. Soms echter niet. Voor de zekerheid kun je van tevoren aan je docent vragen of je de proef bij een collega kan doen. In dat geval kan je docent de proef klaarleggen. Op dinsdagmiddag is er ook een speciaal proevenuur.

In 3v heb je vooral gewone proeven. Maar je kunt ook te maken krijgen met andere soorten proeven, namelijk: peilproeven, klassikale proeven en diagnostische proeven. Een diagnostische proef is bedoeld om erachter te komen wat je wel snapt van de stof en wat niet. Bij een klassikale proef mag je niet zelf bepalen wanneer je hem doet. De hele klas maakt de klassikale proef op een van tevoren afgesproken moment. Een peilproef ten slotte is bedoeld om het niveau van de leerlingen te ‘peilen’. Net als een klassikale proef wordt een peilproef op een van tevoren afgesproken moment gemaakt. Een peilproef kun je niet overdoen.

Verslag

Vier keer per jaar krijgen Jordanleerlingen een verslag. Dat verslag zit propvol informatie, maar is niet altijd even makkelijk te lezen. Daarom hier wat uitleg.

Mentorcommentaar

Het verslag opent altijd met commentaar van je mentor. De mentor geeft daarin persoonlijk aan hoe je ervoor staat. Wat gaat goed? Wat minder? En wat heeft de vergadering over je gezegd? Het mentorcommentaar zegt al heel veel. Maar er is meer informatie in het verslag te vinden.

Pensumstand

Het verslag geeft ook aan wat je pensumstand is: hoe ver ben je met elk vak? Op het verslag wordt voor elk vak een afkorting gebruikt (ne is bijvoorbeeld Nederlands). Daarachter staat de afkorting van de docent (zie voor afkortingenlijst ‘medewerkerslijst’ onder portals). Vervolgens staan er bij elk vak twee cijfers. Het eerste cijfer is de pensumstand die je had moeten hebben. Voor elk vak kun je in totaal 60 punten halen. Die 60 punten zijn over de vier pensa verdeeld. Het eerste cijfer geeft aan hoeveel van die 60 punten je op dat moment zou moeten hebben. Die ‘pensumstand in de les’ is voor alle leerlingen gelijk. Het tweede cijfer is je feitelijke pensumstand op de peildatum. Is het tweede cijfer lager dan het eerste, dan is er dus een achterstand bij dat vak. Is het hoger, dan loop je voor. Bij het tweede, derde en vierde verslag worden ook altijd de pensumstanden van het vorige verslag gegeven. Op die manier kun je de ontwikkeling van de pensumstand over een langere periode zien.

Let op: wanneer je nog niet alle stof van het tweede jaar hebt afgerond, krijg je voor dat vak geen punten. Het kan dus voorkomen dat je al wel aftekeningen hebt voor een vak, maar toch 0 punten op je verslag. Daarom is het belangrijk om zo snel mogelijk al je werk van het vorige schooljaar af te ronden.

Beoordeling

Na de pensumstanden volgen per vak beoordelingen. Het Jordan gebruikt daarvoor geen cijfers, maar letters: ‘g’ (goed), ‘r’ (ruim voldoende), ‘v’ (voldoende), ‘z’ (zwak) en ‘o’ (onvoldoende).  De meeste vakken geven drie beoordelingen, voor achtereenvolgens: verwerving, inzicht en presentatie (deze ‘VIP’-verdeling in verwerving, inzicht en presentatie zie je ook terug in het pensumboekje). Sommige vakken laten de beoordeling voor presentatie echter achterwege. En voor de niet-leervakken (lichamelijke opvoeding, muziek, en beeldende vormgeving) geldt de indeling in verwerving, inzicht en presentatie ook niet. Meer uitleg is te vinden in de toelichting op het verslag (zie tab ‘relevante downloads’ onderaan in deze jaarlaag). Naast cijfers en letters kunnen docenten ook een opmerking op het verslag zetten.

Wat houden die ‘v’, die ‘i’ en die ‘p’ in?

  • V staat voor Verwerving: hoe goed heeft de leerling geleerd?
  • I staat voor Inzicht: hoe goed kan de leerling het geleerde toepassen in nieuwe situaties?
  • P staat voor Prestatie: hoeveel zorg is besteed aan de vorm?

Hoeveel is een een ‘goed’ of een ‘ruim eigenlijk waard?’

  • goed (g): een 8.0 of hoger
  • ruim voldoende (r): 7.0 tot en met 7.9
  • voldoende (v): 6.0 tot en met 6.9
  • zwak (z): 5.0 tot en met 5.9
  • onvoldoende (o): lager dan 5.0

Leerlingbespreking

Vier keer per jaar, tijdens de inloopweek, is er een leerlingbespreking. Tijdens de leerlingbespreking vergaderen de docenten over alle klassen en over alle leerlingen. Daarbij kijken ze natuurlijk naar pensumstanden en beoordelingen. Als er iets bijzonders aan de hand is, wordt ook informatie uitgewisseld. En als er problemen zijn, bedenken de docenten een oplossing.

Lesverzuim

Het verslag geeft ook aan hoeveel lessen de leerling tot dan toe heeft gemist. Rechtsboven staat hoeveel lessen de leerling heeft verzuimd. Vaak is er namelijk een directe link tussen lesbezoek en schoolprestaties.

Hoe kom je aan je verslag?

Vier keer per jaar krijg je een verslag. Een paar dagen na de leerlingbespreking is je verslag klaar. Er zijn twee versies. Om te beginnen is er een digitale versie van het verslag, die jij en je ouders kunnen inzien via Magister. Daarnaast is er een papieren versie van het verslag, die je mee naar huis kunt nemen. De papieren versie van het verslag wordt, per klas, klaargelegd bij het secretariaat.